Doelgroepverminderingen voor eerste aanwervingen
Sinds 2016 kan u een aanzienlijke vermindering van werkgeversbijdragen sociale zekerheid krijgen voor de eerste zes aanwervingen. Maar begin 2022 traden enkele wijzigingen in werking.
Eerste of bijkomende aanwerving
Tot 2021 kon u een volledige vrijstelling van basisbijdragen genieten bij indienstneming van een eerste werknemer. Die vrijstelling was van onbeperkte duur.
Voor de volgende 5 aanwervingen – werknemer 2 tot 6 – kreeg u een forfaitaire vermindering voor een bepaald aantal kwartalen.
Er waren wel wat voorwaarden: de nieuwe werknemer mocht geen werknemer vervangen die in dezelfde onderneming tewerkgesteld was tijdens de vier kwartalen vóór dat van aanwerving. Het moest dus gaan om een bijkomende aanwerving. Dat wil zeggen dat u in de 4 kwartalen vóór uw eerste aanwerving geen werkgeversbijdragen betaald had. Voor uw tweede werknemer mocht u in de 4 kwartalen vóór de aanwerving uitsluitend bijdragen betaald hebben voor één werknemer, enz. Die voorwaarde werd in principe per technische bedrijfseenheid bekeken, maar dat begrip was niet gedefinieerd.
Eerste aanwerving: niet langer onbegrensd
Voortaan wordt de vrijstelling van sociale bijdragen begrensd tot 4.000
euro per kwartaal.
Omgerekend betekent dit dat er nog steeds een volledige vrijstelling van
patronale basisbijdragen is als het bruto maandloon zowat 5.330 euro of lager
is.
De vrijstelling geldt wel, zoals voorheen, onbeperkt in de tijd.
Tweede tot zesde aanwerving
De verminderingen voor de tweede tot zesde aanwerving blijven ongewijzigd: die bedragen waren immers al beperkt in omvang en tijd:
- 5 eerste kwartalen: Werknemer 2: 1.550 euro; Werknemer 3, 4, 5 of 6: 1.050 euro
- 4 volgende kwartalen: Werknemer 2, 3, 4, 5 of 6: 1.050 euro, en
- 4 volgende kwartalen: Werknemer 2, 3, 4, 5 of 6: 450 euro.
Uitgesloten werknemers
Tot nu kwalificeerden sommige tijdelijke werknemers ook voor de
verminderingen, maar sinds 2020 komen de volgende tijdelijk tewerkgestelde
werknemers al niet meer in aanmerking:
werknemers tot 31 december van het jaar waarin ze de leeftijd van 18 jaar
bereiken
- leerlingen in het kader van de alternerende opleiding
- dienstboden
- jobstudenten, IBO-contracten, vrijwilligers
- bepaalde stagiairs
- personen onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, en
- gelegenheidsarbeiders in de tuin- en landbouwsector.
Daar komen nu 2 categorieën bij: de gelegenheidswerknemers in de
horecasector en flexi-jobbers. Voor deze werknemerscategorieën kan u
dus geen vermindering van sociale zekerheid meer genieten.
Anderzijds mag u deze werknemers ook negeren bij het bepalen van het aantal
werknemers dat u al hebt.
Het begrip “technische bedrijfseenheid” (TBE)
Om te bepalen of u een 'nieuwe werkgever voor een 1e werknemer' bent, of om te bepalen welke rang van 2 tot 6 een nieuwe werknemer heeft, moet u niet alleen kijken naar de juridische entiteit. U moet kijken naar het grotere plaatje, namelijk naar de technische bedrijfseenheid of TBE. Als uw onderneming deel uitmaakt van een TBE, zal er dus naar de volledige TBE gekeken worden om te bepalen of u als een nieuwe werkgever beschouwd kan worden, om te bepalen of het om een aanwerving in tweede, derde, enz. rang gaat, of om te bepalen of de aanwerving als een vervanging beschouwd kan worden, of niet.
Juridische entiteiten vormen een TBE als ze:
- gemeenschappelijke personen hebben (sociale band), zoals personeel dat overstapt, of werknemers die als zelfstandige eenzelfde functie verderzetten, en
- gelijkaardige of aanvullende activiteiten hebben (socio-economische verwevenheid), zoals: bankfilialen die opsplitsen in verschillende filialen of een verzelfstandigde informaticadienst binnen eenzelfde groep.
Het kan zowel gaan om juridische entiteiten die gelijktijdig bestaan, als om juridische entiteiten die elkaar opvolgen.
Om het recht op vermindering te openen, mag de nieuwe werknemer geen werknemer vervangen binnen de TBE; het moet dus gaan om een meertewerkstelling over de TBE heen.
Maar hoe bepaalt u of een nieuwe aanwerving al dan niet een vervanging is binnen een TBE? U gaat daarvoor als volgt te werk. Eerst bepaalt u het maximumaantal werknemers dat gelijktijdig binnen de TBE tewerkgesteld was in de loop van de 12 maanden (dag op dag) die de indienstname voorafgaan. Noteer dat de nieuwe wet een tolerantie invoert van maximaal 5 kalenderdagen waarop een tijdelijke verhoging van het aantal werknemers in de referteperiode van 12 maanden niet in rekening wordt gebracht. Concreet betekent dit dat u de 5 dagen met het hoogste aantal werknemers niet moet meetellen om de maximumtewerkstelling te bepalen in de referteperiode van 12 maanden.
Vervolgens neemt u het totaalaantal werknemers dat op de eerste dag door de nieuwe werkgever in dienst genomen wordt en verhoogt dat met het aantal werknemers dat eventueel nog tewerkgesteld is door de andere werkgevers in de TBE.
Als het resultaat van de 2e stap minstens één meer bedraagt dan de eerste stap, heeft u recht op de doelgroepvermindering voor de aanwerving van een 1e (of 2e, 3e, 4e, 5e of 6e) werknemer.
Berekening
De vermindering is niet gebonden aan een bepaalde werknemer. De werkgever kan dus elk kwartaal opnieuw kiezen voor welke werknemer hij de vermindering toepast: als een werknemer uit dienst treedt en vervangen wordt door een andere werknemer, kan u de vermindering van de uit dienst getreden werknemer voortzetten bij de nieuwe werknemer.