In dit overzicht van de belangrijkste geïndexeerde bedragen in de personenbelasting vindt u enkel de federale bedragen terug. Belastingverminderingen en dergelijke waarvan het bedrag door de gewesten wordt bepaald, zijn niet opgenomen.
Hieronder vindt u de bedragen voor aanslagjaar 2022, dat zijn uw inkomsten van dit jaar (2021). Achter ieder bedrag vindt u tussen haakjes het geïndexeerde bedrag voor aanslagjaar 2021 (inkomsten uit 2020). Eind 2020 bevroor de regering de indexering van een aantal bedragen, veelal belastingverminderingen.
Belastingvrije som en gezinssituatie
1. Belastingvrije som en verhoogde belastingvrije som
- Belastingvrije som: 9.050 euro (8.990 euro)
- Verhoging belasting vrije som voor gehandicapte belastingplichtige: 1.650 euro (1.630 euro)
2. Personen ten laste
-
Verhoging belastingvrije som voor personen ten laste
- één kind: 1.650 euro (1.630 euro)
- twee kinderen: 4.240 euro (4.210 euro)
- drie kinderen: 9.500 euro (9.430 euro)
- vier kinderen: 15.360 euro (15.250 euro)
- meer dan vier kinderen (supplement per kind): 5.860 euro (5.820 euro) - Bijkomende toeslag voor kinderen onder de drie jaar (waarvoor geen uitgaven voor kinderoppas worden afgetrokken): 610 euro (610 euro)
- Voor iedere andere persoon ten laste: 1.650 euro (1.630 euro)
- Verhoging belastingvrije som alleenstaande met kinderen ten laste: 1.650 euro (1.630 euro)
-
Maximumbedrag eigen nettobestaansmiddelen (kind ten laste):
- standaard bedrag: 3.410 euro (3.380 euro)
- verhoogd bedrag voor kind van alleenstaande: 4.920 euro (4.880 euro)
- verhoogd bedrag voor gehandicapt kind van alleenstaande: 6.240 euro (6.200 euro)
- onderhoudsgeld dat niet meetelt als bestaansmiddel: 3.410 euro (3.380 euro)
- bezoldiging studentenjob die niet meetelt als bestaansmiddel: 2.840 euro (2.820 euro)
3. Huwelijksquotiënt en meewerkende echtgenoot
- Huwelijksquotiënt: 11.170 euro (11.090 euro)
- Maximaal inkomen meewerkende echtgenoot uit eigen beroepsactiviteit: 14.510 euro (14.400 euro)
Maximumbedrag forfaitaire beroepskosten
Werknemers en zelfstandigen met winsten: 4.920 euro (4.880 euro)
Zelfstandigen met baten en meewerkende echtgenote: 4.320 euro (4.290 euro)
Bedrijfsleiders: 2.590 euro (2.580 euro)
Belastingschijven aanslagjaar 2022
25 % op de schijf tot 13.540 euro (13.440 euro)
40 % op de schijf tot 23.900 euro (23.720 euro)
45 % op de schijf tot 41.360 euro (41.060 euro)
50 % op de schijf boven 41.360 euro (41.060 euro)
Bedragen die niet worden geïndexeerd
- De vrijstelling voor maaltijdcheques, ecocheques, PWA-cheques en cultuurcheques.
- De kilometervergoeding van 0,15 euro voor woon-werkverkeer.
- De maximale bedrijfsleidersbezoldigingen van een student-zelfstandige.
- De maxima voor de tax shelter voor starters en groeibedrijven.
- De grensbedragen voor bescheiden woning inzake OV-vermindering.
- Het maximum van het belastingkrediet in de PB.
Indexeringsstop
Daarnaast geldt er voor een reeks uitgaven een indexeringsstop. Het gaat onder meer over de vrijstelling voor ontvangen dividenden en voor spaardeposito's, en over de belastingvermindering voor giften.
De belastingvermindering voor pensioensparen werd nog wel één keer geïndexeerd. Voor uw pensioensparen in 2020 gelden als grenzen 990 euro (voor een belastingvermindering aan 30%) en 1.270 euro (voor de belastingvermindering aan 25%). Dat zijn meteen ook de maxima voor het pensioensparen dat u in 2021 wil doen.
De indexeringsstop loopt tot aanslagjaar 2024 (inkomsten 2023). Daarna worden deze bedragen opnieuw geïndexeerd (maar dan vertrekkende van de inkomsten van 2023 en niet van 2020).