Het mobiliteitsbudget 2026: naar een verplichte shift in je loonbeleid.
Vanaf 1 januari 2026 verandert er iets fundamenteels in het loonbeleid van heel wat kmo's: bied je als werkgever bedrijfswagens aan aan jouw personeel, dan word je verplicht om ook een mobiliteitsbudget te voorzien als alternatief. Waar dit vroeger een vrije keuze was, wordt het nu dus een wettelijke verplichting.
Voor veel kmo’s is dat een grote stap, want een bedrijfswagen maakt vaak deel uit van het verloningspakket en is fiscaal aantrekkelijker dan gewoon loon. Toch loont het de moeite om dit niet enkel als verplichting te zien, maar ook als een kans. Het mobiliteitsbudget kan jou helpen om duurzamer te werken en je medewerkers meer flexibiliteit te geven.
Wat houdt het mobiliteitsbudget in?
Het mobiliteitsbudget is een jaarlijks bedrag dat je toekent aan werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen. Zij kunnen dat budget op drie manieren gebruiken:
- Een milieuvriendelijke bedrijfswagen: vanaf 2026 enkel nog volledig elektrisch.
- Duurzame vervoersoplossingen: bijvoorbeeld fietsleasing, een trein- of busabonnement, deelmobiliteit of zelfs de afbetaling van huur of woonkrediet dichtbij het werk.
- Cash uitbetaling van het restbedrag: wat niet gebruikt wordt, mag op het einde van het jaar worden uitgekeerd.
Zo behoudt jouw medewerker de vrijheid om zelf te kiezen wat het best past bij zijn of haar situatie. Voor de ene blijft dat een auto, voor de andere een mix van fiets en openbaar vervoer.
Waarom nu verplicht?
Tot nu toe bood amper 2,5% van de Belgische werkgevers met bedrijfswagens ook een mobiliteitsbudget aan. Dat beperkte bereik past niet bij de klimaatdoelstellingen van de federale regering. Door het systeem verplicht te maken, wil men de CO₂-uitstoot verminderen en bedrijven aansporen om groener te denken over mobiliteit.
Tegelijk wordt de instapdrempel verlaagd. De huidige regel dat enkel werkgevers die al drie jaar bedrijfswagens aanbieden in aanmerking komen, verdwijnt. Ook worden de voorwaarden strenger: enkel volledig elektrische wagens zullen nog in de eerste pijler passen, en voor bepaalde alternatieven kunnen plafonds worden ingevoerd.
Onzekerheden en uitdagingen voor de kmo-ondernemer.
De nieuwe regels roepen wellicht veel vragen bij je op. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met lopende leasecontracten? Moet je werknemers een alternatief aanbieden terwijl hun wagen nog niet is afbetaald? Hoe pak je functies aan die niet zonder auto kunnen, zoals vertegenwoordigers of technici?
Daarnaast is er de administratieve kant. Als kmo heb je vaak niet dezelfde middelen als een groot bedrijf, en het opzetten en beheren van een mobiliteitsbudget kan een stevige uitdaging zijn.
En dan is er nog de keuzevrijheid: tot nu toe kon jij zelf beslissen of het mobiliteitsbudget in je loonbeleid paste. Vanaf 2026 word je daarin beperkt.
Hoe bereid je je goed voor?
Hoewel nog niet alle details vastliggen, kun je vandaag al de eerste stappen zetten om straks vlot te schakelen:
- Analyseer je wagenpark en contracten: kijk welke werknemers in aanmerking komen en welke leasecontracten nog lopen. Zo krijg je zicht op je overgangsmomenten.
- Breng de alternatieven in kaart: welke duurzame oplossingen passen bij je medewerkers? Een werknemer in de stad heeft vaak andere noden dan iemand op het platteland.
- Bepaal je budgetbeleid: hoeveel geef je vandaag uit aan bedrijfswagens? Dat bedrag vormt de basis voor het mobiliteitsbudget.
- Zoek een beheersplatform: digitale tools kunnen het beheer van het mobiliteitsbudget eenvoudiger maken en veel administratie uitsparen.
- Communiceer helder met je team: leg uit wat er verandert en welke keuzes ze zullen hebben. Zo creëer je vertrouwen en vermijd je weerstand.
Zie het als een kans.
Het mobiliteitsbudget is zonder twijfel een ingrijpende verandering, maar je kunt er ook je voordeel mee doen. Voor je werknemers biedt het meer vrijheid: sommigen willen nog altijd een wagen, maar anderen verkiezen een fiets of meer wooncomfort dichter bij het werk. Voor jou als werkgever kan het een extra troef zijn om talent aan te trekken en te behouden.