Om ondernemingen in moeilijkheden sneller te detecteren, heeft de minister van Justitie begin juli een nieuw register in het leven geroepen: het centraal register van economische knipperlichten. Het register moet ondernemingsrechtbanken in staat stellen sneller of zelfs proactief te reageren als het fout dreigt te lopen. Niet alleen om schade te beperken maar ook om het tij nog te keren indien mogelijk.
Waarom een centraal register?
De ‘opdracht’ om ondernemingen in financiële moeilijkheden op te sporen, ligt vervat in boek XX van het Wetboek van economisch recht (WER). Om die opdracht te realiseren verleent dat wetboek de regering de nodige bevoegdheden inzake de mededeling en het beheer van persoonsgegevens, en informatie van financiële of economische aard die betrekking hebben op ondernemingen, ongeacht of zij zijn opgericht als rechtspersoon, dan wel als natuurlijk persoon.
Het uiteindelijke doel is om de ondernemingsrechtbank (en meer bepaald de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden) in staat te stellen ondernemingen te identificeren waarvan zij de toestand moeten onderzoeken. Ze kunnen met de verzamelde gegevens twee dingen doen:
ofwel vaststellen dat de toestand onherstelbaar is aangetast (het parket zal die ondernemingen dan dagvaarden tot een faillissement);
ofwel de betrokken ondernemingen ertoe aanzetten om de nodige maatregelen te treffen om een faillissement te voorkomen.
Om zo vroeg mogelijk te kunnen reageren, worden institutionele schuldeisers (fiscus, RSZ) die openstaande schuldvorderingen hebben ten laste van ondernemingen, verplicht om van meet af aan hun gegevens mee te delen aan een centraal punt. Via datamining kan de bevoegde instantie dan tijdig reageren.
Indicatoren
De gegevens en informatie die aanleiding geven tot een registratie in het centraal register van economische knipperlichten is al beschikbaar. Het gaat om verstekvonnissen, RSZ-achterstallen, audit-gegevens van de accountant of de bedrijfsrevisor, collectieve schuldenregeling, …
Deze informatie wordt gelinkt aan het ondernemingsnummer en op die manier ingebracht in het nieuwe register.
het bedrag van de verschuldigde sommen die wettelijk moeten worden meegedeeld aan de ondernemingsrechtbanken zoals openstaande RSZ-schulden, btw of bedrijfsvoorheffing en de berichten in verband met beslag;
de financiële gezondheidsindicator berekend door de Nationale Bank van België;
het aantal werknemers van de onderneming (om het relatieve belang van een schuldvordering tegenover de omvang van de sociale gevolgen ervan te beoordelen);
het regelmatig verplaatsen van de zetel (wordt gezien als een indicator voor mogelijke fraude).
Het register bevat ook gegevens met betrekking tot de identificatie van de onderneming zoals het ondernemingsnummer, de rechtsvorm en de rechtstoestand van de onderneming.
Deze indicatoren worden bewaard gedurende vijf jaar vanaf hun registratie in het centraal register van economische knipperlichten.
Eerste belangrijke opmerking hierbij: volgens de minister worden alleen gegevens en informatie van ondernemingen met minstens een ‘openstaande schuld' verwerkt. Het is niet de bedoeling een register op te richten om de betrouwbaarheid van alle ondernemingen te beoordelen.
Bovendien kan deze ’openstaande schuld’ enkel afkomstig zijn van wettelijk geïdentificeerde gegevensverstrekkers die verplicht zijn deze informatie door te geven aan de rechtbank van de onderneming of van een betrouwbare authentieke bron (financiële gezondheidsindicator berekend door de NBB).
Een tweede belangrijk punt: de verzamelde gegevens/informatie worden in het register gekoppeld aan het KBO-nummer van de onderneming. Het KBO-nummer wordt gebruikt als unieke authentieke bron voor de beschrijvende informatie over de ondernemingen. Persoonsgegevens zoals de naam en het adres van de onderneming en de bestuurders worden er niet in vermeld.
Toegang
Ten eerste hebben de griffies en de rechters van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden toegang tot de informatie maar enkel voor de ondernemingen van het rechtsgebied waarvoor zij bevoegd zijn.
Ten tweede heeft ook de procureur des Konings toegang.
Ten slotte hebben ook de rechter-verslaggevers toegang maar die is beperkt tot de dossiers waarvoor zij zijn aangeduid door de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden om een grondiger onderzoek uit te voeren.
Discretie
Het centraal register heeft voornamelijk als doel gegevens die verspreid liggen over verschillende overheidsdiensten samen te brengen om er ondernemingen mee op te volgen.
Het besluit dat de minister van Justitie heeft opgesteld, is vooral gericht op discretie rond de informatie die zo wordt samengebracht. De informatie wordt gecentraliseerd rond het ondernemingsnummer zonder verdere identificatie van wie er achter die onderneming zit, en de toegang is zeer beperkt.
De vraag is natuurlijk of de informatie die op die manier wordt verzameld in de loop van de volgende jaren niet wordt uitgebreid om de slagkracht en de efficiëntie van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden te verhogen.